
Push to talk
Selecteer
Menu
>
Connect.
>
P2T
.
Push to talk (P2T; netwerkdienst) maakt rechtstreekse gesproken communicatie mogelijk met een enkele druk op een knop.
Met push to talk kunt u uw apparaat gebruiken als een portofoon.
Met push to talk kunt u een gesprek voeren met een of meer personen, of deelnemen aan een P2T-kanaal. Een P2T-kanaal is
een soort chatruimte: u maakt verbinding met het kanaal om te zien of er iemand online is. Uw oproep aan het kanaal wordt
niet gemeld aan andere deelnemers; deelnemers melden zichzelf aan en beginnen met elkaar te spreken.
Bij P2T-communicatie spreekt een persoon terwijl de andere deelnemers luisteren via de ingebouwde luidspreker. Deelnemers
reageren om de beurt op elkaar. Omdat er slechts één deelnemer tegelijk kan spreken, geldt er een maximum spreekduur voor
elke beurt. Voor details over de maximale spreekduur van een beurt in uw netwerk neemt u contact op met uw netwerkprovider
of serviceprovider.
Vergeet niet het apparaat vóór u te houden tijdens een P2T-gesprek zodat u het display kunt zien. Spreek in de microfoon en
bedek de luidspreker niet met uw handen.
Telefoongesprekken hebben voorrang op push to talk.
Voordat u push to talk kunt gebruiken, moet u het P2T-toegangspunt en P2T-instellingen definiëren. Deze instellingen ontvangt
u gewoonlijk via een speciaal SMS-bericht van de serviceprovider die de P2T-dienst aanbiedt.
Gebruikersinstellingen:
Selecteer
Opties
>
Instellingen
>
Gebr.instellingen
.
Definieer de volgende opties:
T e l e f o o n
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
39

•
Inkom. P2T-oproepen
— Selecteer
Melden
als u een melding van inkomende oproepen wilt zien. Selecteer
Autom.
accepteren
als u P2T-oproepen automatisch wilt accepteren. Selecteer
Niet toegestaan
als u P2T-oproepen automatisch wilt
weigeren.
•
Toon P2T-oproep
— Selecteer
Ingesteld met profiel
als u wilt dat meldingen voor inkomende P2T-oproepen volgens de
instellingen in uw profiel plaatsvinden. Als u het profiel Stil hebt geselecteerd, bent u niet beschikbaar voor andere gebruikers
van P2T, behalve voor terugbelverzoeken.
•
Toon terugbelverzoek
— Selecteer deze optie om de beltoon voor terugbelverzoeken in te stellen.
•
Toepassing starten
— Selecteer deze optie als u zich wilt aanmelden in een P2T-dienst wanneer u uw apparaat inschakelt.
•
Standaardbijnaam
— Hiermee stelt u uw standaardbijnaam (maximaal 20 tekens) in, die wordt weergegeven bij andere
gebruikers.
•
Mijn P2T-adres tonen
— Hiermee stelt u in of andere gebruikers uw P2T-adres kunnen zien. U kunt het adres laten zien aan
alle gebruikers, alleen aan gebruikers in privégesprekken of in het kanaal, of verbergen voor alle gebruikers.
•
Mijn aanm.status wrgvn
— Hiermee stelt u in of uw aanmelding bij andere gebruikers wordt weergegeven of verborgen.
Verbindingsinstellingen
Selecteer
Opties
>
Instellingen
>
Verbindingsinstellingen
.
Definieer de volgende opties:
•
Domein
— Voer de domeinnaam in die u hebt ontvangen van uw serviceprovider.
•
Naam toegangspunt
— Selecteer de naam van het P2T-toegangspunt.
•
Serveradres
— Voer het IP-adres of de domeinnaam van de P2T-server in, die u hebt ontvangen van uw serviceprovider.
•
Gebruikersnaam
— Voer uw gebruikersnaam in, die u hebt ontvangen van uw serviceprovider.
•
Wachtwoord
— Voer zo nodig een wachtwoord om u aan te melden bij de P2T-dienst. Het wachtwoord ontvangt u van de
serviceprovider.